Nieuws

Ontzorgen in administratie en advies

4e kwartaal 2021 voor tegemoetkoming vaste lasten. Wat nu?

Sinds 13 november 2021 gelden nieuwe coronamaatregelen. Daarom heeft de regering besloten om de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (hierna: TVL) ook voor 4e kwartaal 2021 open te stellen. Bijna alle ondernemers met meer dan 30% omzetverlies door de maatregelen in het kader van de bestrijding van de coronacrisis kunnen TVL 4e kwartaal 2021 aanvragen. Het omzetverlies wordt berekend door de (verwachte) omzet over het 4e kwartaal 2021 te vergelijken met de omzet over 4e kwartaal 2019 of het 1e kwartaal 2020. De TVL Q4 2021 kan worden aangevraagd zodra de Europese Commissie de regeling heeft goedgekeurd.

Het subsidiepercentage is voor het 4e kwartaal 2021 vastgesteld op 100%. Dit betekent dat een ondernemer met 100% omzetverlies in het 4e kwartaal 2021 100% van de berekende vaste lasten als tegemoetkoming krijgt. De subsidie bedraagt minimaal € 1.500 en maximaal € 550.000 (MKB-bedrijven) of € 600.000 (grote ondernemingen).

Alle voorwaarden voor de TVL 4e kwartaal 2021 voor MKB-ondernemingen op een rij:

  1. De onderneming heeft meer dan 30% omzetverlies in het 4e kwartaal 2021 in vergelijking met het 4e kwartaal 2019 (of het 1e kwartaal 2020);
  2. De vaste lasten van de onderneming zijn minimaal € 1.500,00 per kwartaal op basis van het percentage vaste lasten van de hoofdactiviteit van de onderneming (zgn. berekende vaste lasten);
  3. De onderneming stond op 30 juni 2020 ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;
  4. Nagenoeg alle SBI-codes geven recht op TVL, maar er gelden uitzonderingen voor financiële instellingen (SBI-code 64), verzekeringen en pensioenfondsen (SBI-code 65), overige financiële dienstverlening (SBI-code 66), openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen (SBI-code 84), publiek bekostigde scholen en instellingen (SBI-code 85), huishoudens als werkgever van huishoudelijk personeel (SBI-code 97), niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door particuliere huishoudens voor eigen gebruik (SBI-code 98) en extraterritoriale organisaties en lichamen (SBI-code 99);
  5. De onderneming moet een fysieke vestiging in Nederland hebben en dit blijkt ook uit het handelsregister;
  6. De onderneming heeft minstens één vestiging op een ander adres dan het privéadres van de ondernemer(s) of de vestiging staat los van de privéwoning en heeft een eigen opgang of toegang. Uitgezonderd zijn horecaondernemingen en bepaalde ambulante ondernemingen. Bij deze ondernemingen mag het privéadres van de ondernemer(s) wel gelijk zijn aan het vestigingsadres;
  7. De onderneming heeft op 31 december 2019 of daarna geen uitstel van betaling aangevraagd bij de rechtbank;
  8. De onderneming is op 31 december 2019 of daarna niet failliet;
  9. De onderneming verkeerde op 31 december 2019 niet in financiële moeilijkheden. In één van de volgende situaties is sprake van een MKB-onderneming in moeilijkheden (toetsmoment dus eind 2019):
  • Als meer dan de helft van het geplaatste aandelenkapitaal door de opgebouwde verliezen is verdwenen;
  • Als meer dan de helft van het kapitaal in de onderneming zoals dat in de boeken van de onderneming is vermeld, door de gecumuleerde verliezen is verdwenen;
  • Als tegen de ondernemer een collectieve insolventieprocedure loopt of de onderneming aan de criteria voldoet om, op verzoek van haar schuldeisers, aan een collectieve insolventieprocedure te worden onderworpen;
  • Als de ondernemer reddingsteun heeft ontvangen en de lening nog niet heeft terugbetaald of de garantie nog niet heeft beëindigd, dan wel herstructureringssteun heeft ontvangen en nog steeds in een herstructureringsplan zit;
  1. Na het krijgen van de subsidie heeft de onderneming in totaal niet meer dan € 2.300.000 (bruto) aan overheidssteun hebben ontvangen. Als de onderneming deel uitmaakt van een groep, dan geldt dit maximumbedrag voor de hele groep samen. Uitzonderingen daarop zijn de visserij- en aquacultuursector en de primaire productie van landbouwproducten. Voor visserij- en aquacultuur geldt een maximum van € 345.000 overheidssteun. Voor de primaire productie van landbouwproducten geldt een maximum van € 290.000 overheidssteun. Voor de landbouwbedrijven die de maximale TVL hebben ontvangen, blijft de regeling Ongedekte Vaste Kosten (OVK) beschikbaar.  

Bij aanvragen van € 125.000 of hoger moet bij de definitieve vaststelling een controleverklaring of een rapport van feitelijke bevindingen worden aangeleverd. 

Zodra de regeling is opengesteld kunt u TVL aanvragen via de site van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO) met behulp van DigiD of e-Herkenning op niveau 3, indien u aan de voorwaarden voldoet. Heeft u liever dat Rijkse de TVL-aanvraag voor u verzorgd, dan verzoeken wij u vriendelijk het bijgevoegde opdrachtformulier aan te vullen en getekend te retourneren aan uw relatiebeheerder.